Alweer ruim 2 weken onderweg. RAJASTAN
Ondertussen is het ruim 2 weken geleden dat ik in India ben aangekomen. Een paar dagen geleden het boek Himalaya van Michael Palin uitgelezen en begonnen aan 'Holy cow', volgens de cover een
internationale bestseller. De avonturen van een Australische expat die 11 jaar nadat ze als jonge twintiger een rondreis door India gemaakt had terugkeert naar het land dat ze zo verfoeide. Na haar
eerste vertrek had ze gezworen er nooit meer terug te keren.
Het thema was erg bekend en hetzelfde als in de meeste reisboeken over India die ik ondertussen ter voorbereiding gelezen heb. De vuiligheid, het gebrek aan hygiëne, de opdringerigheid van de
mensen vooral. 'Ze laten je nooit met rust, je wordt constant aangesproken, -gevat, ze kennen de betekenis van het woord neen niet etc. etc. ' Ik begin me zo langzaamhand af te vragen of ik in het
verkeerde land van het vliegtuig ben gestapt.
Tot nog toe ben ik vooral uiterst vriendelijke mensen tegengekomen, zeer behulpzaam, tot op het genante af. Het is de normaalste zaak van de werled hier als je als toerist in een overvolle lokale
bus stapt dat de beste plaats voor je wordt vrijgemaakt, terwijl de oude vrouwtjes hangen of op de grond zitten. Best genant eigenlijk.
De grootste schok op mijn reizen was de kennismaking met de openbarte toiletten in China. Je dient een heel nieuwe vocabulaire uit te vinden om ze te beschrijven. Woorden als smerig, walgelijk
beginnen zelfs niet weer te geven wat je daar aantreft. Toen werd me gezegd : 'Wacht maar tot je naar India gaat.' Nu, zelfs aan de stations zijn de toiletten hier doenbaar? ttz. Niet echt veel
smeriger dan bij ons. Er schijnt ondertussen een nationale onderneming te zijn met 70 000 personeelsleden die propere toiletten uitbaat. In de hotels waar ik was heb ik op 1 keer na, maar dat was
een hotel van 2 euro voor de kamer, een 'troon' gehad ipv een Frans toilet.
Natuurlijk, in het openbaar is properheid een onbestaand begrip. Vuilnis wordt gewoon op straat achtergelaten. Recyclage betekent in India dat je je vuil op straat gooit waar de koeien het opvreten
en je krijgt er melk en brandstof voor terug. Indiërs zijn blind voor vuil in winkels, treinen en bussen worden hoogstens eens uitgeveegd maar nooit grondig gepoetst. Het vuil koekt aan in alle
hoekjes en kanten. De muren van een theehuis zijn besmeurd met resten van jarenlang aangekoekt vuil. Niemand schijnt het te zien. Leidingen , of het nu electriciteit, water of wat dan ook is worden
aangelegd waar het uitkomt, op de muren, met de koppelstukken die op dat moment voorhanden waren. Het maakt allemaal niet uit. Wasbakken worden schots en scheef aan de muren gehangen. Toeternietoe
schijnt hier het motto van de meeste aannemers te zijn.
Toch kennen ze het verschil. Vandaag ben ik voor het eerst in een hotelletje aangekomen waar alles proper is. De badkamer is, weliswaar met antiek aandoende kranen (van het soort waar je thuis
tegenwoordig serieus geld voor betaalt) naar Europese normen afgewerkt, beter dan de badkamers in appartementen en huizen van de jaren 70 bij ons. Er is geen tegel kapot of gebroken om leidingen of
kranen te installeren, de spiegel en wastafel hangen vast en recht. De electriciteitsdraden zijn in de muren ingewerkt, net als de waterleidingen. Kostprijs : Net geen 4 Euro, telefoon en TV op de
kamer.
India blijft een land van contrasten maar het negatieve beeld dat van haar inwoners wordt opgehangen in nogal wat reisliteratuur, daar heb ik tot nog toe niks van ervaren. Wel hebben al een paar
reizigers die hier al verschillende keren waren me gezegd dat er veel veranderd is de laatste jaren. De opkomst van de middenklasse heeft ook het leven van de werkende armen een stuk draagelijker
gemaakt. 15 Jaar geleden was het al dan niet geld lospeuteren van een toerist vaak letterlijk een zaak van leven of dood. Tegenwoordig kunnen ze allemaal op een min of meer normale manier
overleven.
Ondertussen heb ik ook alweer het een en ander gezien. Na de Portugese enclave Dili met zijn indrukw ekkende fort en een verloren gelopen Santiago ben ik doorgereisd naar Sasan Gir. De enige plek
ter wereld waar de Aziatische leeuw nog in het wild voorkomt. Van een reisagent in Dili wist ik dat er nog een Zweeds-Braziliaans koppeltje onderweg was naar het park en daar een safari ging doen.
Op de trein ernaartoe, mijn eerste lokale trein, alweer een prachtige ervaring, heb ik ze getroffen en we hebben de kosten voor de safari kunnen delen. Entrée in het park en jeepsafari voor 20 euro
per persoon.
De gids die zij besteld hadden stond ons al op te wachten aan het station en zorge voor kamers in 'homestay' bij een familie thuis. Nette kamer, moderne badkamer met douche, met avondeten en
ontbijt was ik 7,5 euro kwijt. Een hele leuke familie trouwens, overheerlijk eten, weer een uiterst prettige ervaring.
Helaas lieten de leeuwen zich niet zien. het wasd de eerste dag van het nieuwe seizoen in Sasan Gir en alles was nog veel te groen, het is dan heel moeilijk dieren spotten. Verder dan een rapport
van de inboorlingen (Er wonen enkele stammen van vegetarische veetelers in het park, al van voor het park bestond dus zij mogen blijven. De leeuwen vreten hun beesten op maar het zijn hindoes,dus
dat nemen ze erbij, vooral sinds de staat hun compensatie uitbetaalt voor verloren vee) dat er een leeuwin met jong was voorbijgekomen vroeger op de ochtend en een afdruk van een leeuwenpoot in het
zand zijn we niet geraakt; Wel een luipaard gezien van op ongeveer 100 meter, veel bambi's (spotted deer), een groot hert (samba deer), vogels, prachtige pauwen o.a. , zelfs zonder de leeuwen was
het de moeite waard. Maar uiteraard toch een tikje teleurgesteld dat de kers op de taartt opntbrak.
Dezelfde ochtend nog ben ik dan doorgereisd naar Bhuj, in de uithoek van Indië tegen de Pakistaanse grens. Ongeveer 12 uur op een lokale bus. Uiteraard op de beste stoel, maar dat is relatief in
Indië) Het was er veel dichter bevolkt, industriëler en moderner dan ik gedacht had.
Vanuit Bhuj dan nog een uitstapje van 500 km retour gedaan om Dholavira te bezoeken, de enige grote stad van de Harrapan cultuur, of de Indus cultuur die bloeide van 2500 tot 1900 v.C. Toen ik ongeveer 16 was kwam er thuis een dik boek van Lecturama aan over de Oude culturen, o.a. de Induscultuur. Ik was erdoor gefacineerd en wilde het toen al bezoeken. Het is er eindelijk van gekomen. Het was de moeite waard. Ik was de enige toerist ter plaatse, het museum en de ruïne waren gratis te bezoeken. Er komen zo weinig toeristen dat het de moeite niet loont om tickets te verkopen. Een lokale inwoner die vrij goed Engels sprak was bovendien in staat een vrij deskundige uitleg te geven. Het was een van de dingen die ik zeker niet had willen misseneen deze reis.
De avond erna, de 19de oktober per trein doorgereisd naar Abu Road, daar overnacht en 's ochtends door naar het enige 'Hill Station' (De Europese kolonialen zochten overal de hoger gelegen gebieden
op om aan de (letterlijk) moordende hitte van de tropische vlaktes te ontsnappen) Mount Abu. Het was er zo leuk dat ik er een halve dag langer gebleven ben om zo nog een ochtendwandeling door een
natuurgebied te kunnen doen. De wandeling voor zonsondergang was me zo goed meegevallen dat ik er best nog eentje wilde doen. Met gids en een engels koppel als gezelschap. We zijn er een tijdje
gevolgd door een luipaard, we kregen hem niet te zien maar konden hem horen grollen en de apen sloegen voortduren het alarm voor luipaard. Best een apart gevoel, gevoldg worden door een luipaard op
een natuurwandeling. Weer veel mooie vogels gezien en ook een krokodil.
In de namiddag dan per bus verder gereisd naar Udaipur, een van de meest romantische steden in Rajastan. Deze ochtend ga ik een tocht door de ommelanden doen, ik krijg een lift van de
hoteleigenaar, hopelijk vind ik dan nog een bus terug naar Udaipur. Morgen dan bezoek aan Udaipur zelf en overmorgen gaat het dan verder naar Jodhpur. Nog steeds een welgevuld programma dus.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}